Antwerpen telt verschillende heerlijke streekproducten. Wij brachten een bezoek aan koffiebranders Johan Verheyen en Stefan Van Boven. Zij verklappen het geheim achter een lekkere tas koffie.
“Koffiebonen groeien in landen tussen de keerkringen, rond de evenaar. Het is een schaduwplant die van een milde temperatuur houdt. Ik heb deze stekjes van iemand gekregen, maar koffie kweken in België is eigenlijk onmogelijk. Voorlopig heb ik drie bessen geoogst. Dat is zelfs niet genoeg voor één tas koffie.”
“Voor we de koffie inkopen, krijgen we van de producenten stalen toegestuurd om te proeven. Voor kleine hoeveelheden gebruiken we een kleine gasbrander. De bekendste koffiesoorten zijn Arabica en Robusta. Het verschil tussen de twee kan je op een middag leren proeven. Robusta is minder vatbaar voor plantenziekten en levert een grotere oogst. Daarom is die soort een stuk goedkoper.”
“Onze ruwe koffie komt uit landen zoals Nicaragua, Honduras en Brazilië. De bonen zitten in juten zakken en komen op paletten van tien balen aan in de haven van Antwerpen. Vroeger droegen de havenarbeiders die zakken via een trapje naar boven in de branderij, maar tegenwoordig doen we alles met een vork lift.”
“Ik neem een monster met een stalen pen, zodat de jute zak niet open hoeft. Zo controleer ik steekproefsgewijs of de geleverde koffie dezelfde is die ik geproefd en besteld heb.”
“Vervolgens zet ik een lege zak op de weegschaal. Ik doe de verschillende bonen bij elkaar, totdat ik onze ambachtelijke mengeling krijg. Door de soorten te mengen verkrijg je een zachtere smaak. De meeste mensen vinden dat lekkerder dan koffie van één enkele soort. Maar sinds de koffiehype is de vraag naar koffie van één enkele soort wel toegenomen.”
“Via een gat stort ik de koffiebonen in de trommel van de brander. Drie gasbranders verhitten de bonen ongeveer zeventien minuten tot 220 graden. Dat is veel langer dan industriële koffie. Eigenlijk is branden een verwarrende benaming, want de vlammen komen niet bij de bonen. Barbecueën is eigenlijk een betere term. Om te voorkomen dat de bonen door de hitte zwarte kantjes krijgen, zitten er in de trommel schroefbladen die de bonenmassa voortdurend in beweging houden.”
“Als de koffie een mooie bruine kleur heeft, gaat de klep naar boven en storten de bonen in de open silo. Zo kan de warmte snel weg. Hoe sneller de bonen afkoelen, hoe beter het aroma. Het koelen duurt tien minuten.”
“In de volgende fase worden steentjes tussen de bonen gefilterd. Door hun gewicht blijven de steentje liggen in het roostertje. Een belangrijke stap, want als je één steentje in je koffiemaler hebt, is hij kapot.”
“Het deel van de koffie dat gemalen wordt, passeert langs de molen op het eerste verdiep.”
“Via trilgoten wordt de koffie vervolgens getransporteerd tot aan de weegschaal waar onze medewerkster Brigitte zit. Ze werkt hier al 32 jaar. Ze vult de lege verpakkingen met koffie. Tegenwoordig zit al onze koffie in een verpakking met een eenrichtingsventiel, want zo blijft het aroma het best behouden.”